Dodenherdenking 2025

Op zondagavond 4 mei 2025 waren we in Son en Breugel samen weer 2 minuten stil tijdens de drukbezochte dodenherdenking

We bedanken graag iedereen die aanwezig was en/of een bijdrage heeft geleverd! 
Het is waardevol dat deze plechtigheid gedragen wordt door zoveel inwoners van alle leeftijden.

Wilt u  de speech van burgemeester Suzanne Otters-Bruijnen en de voordracht van Jesse Engelhart teruglezen?
Kijk dan hieronder!

Hier kunt u volledige plechtigheid terugkijken.
 

Speech burgemeester Suzanne Otters-Bruijnen

Toespraak Dodenherdenking 2025, burgemeester Suzanne Otters-Bruijnen

4 mei 2025 
NB: de letterlijk uitgesproken tekst is leidend

Beste aanwezigen,

Wat mooi dat u naar de Dodenherdenking bent gekomen. 
Dat we hier met zoveel mensen zijn, zegt heel veel. 
Wij zijn hier samen, omdat we in verbinding willen zijn met elkaar, 
met het verleden, met het heden en met de toekomst.

Vandaag herdenken wij allen - burgers en militairen - die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of vermoord.
Zowel tijdens de Tweede Wereldoorlog en de koloniale oorlog in Indonesië, als in oorlogssituaties en bij vredesoperaties daarna. 

Mensen van alle leeftijden.
Mensen met gezinnen.
Moeders, vaders, grootouders, kinderen.
Zoveel kinderen maakten de oorlogsverschrikkingen bewust mee.
Zoveel kinderen stierven door het geweld. 
Zoveel kinderen kregen een gedwongen een rol in die oorlog.
Als soldaat, of als arbeidskracht van de bezetter. 

Vorig jaar ontmoette ik meneer De Witte.
Hij woont al meer dan 50 jaar in Son en Breugel. 
Ik mag Jan zeggen. 
Jan is aanwezig vanavond. 
Wat fijn dat je er bent.
Jan groeide op in Rotterdam.
Daar was hij als kind getuige van de afschuwelijke bombardementen op de stad.
Enkele jaren later, toen Jan 16 was, werd hij met een grote groep andere jonge mannen door de Nazi’s afgevoerd naar Duitsland om daar te werken voor de Duitse oorlogsindustrie. 
Dat was in november 1944.
Wij waren hier in het zuiden toen al bevrijd. 
In het westen was de oorlog nog in volle gang en moest de vreselijke hongerwinter nog beginnen.
Er stierven veel mensen in dat laatste jaar van de oorlog.
Jan en zijn familie overleefden het.
Later schreef hij zijn herinneringen op in het boekje ‘Terugblik op de jaren 1939–1945’. Na onze grootste Remember Septemberfeesten, waar wij vijf dagen lang stil stonden bij de 80-jarige bevrijding van Son en Breugel, ben ik bij Jan op bezoek geweest en kreeg ik van hem zijn boek.

Het is belangrijk dat wij de verhalen van toen blijven vertellen en doorgeven aan de volgende generaties.
Graag attendeer ik u daarom op de bijeenkomst die de bibliotheek aanstaande woensdagavond organiseert in het kader van het herdenken van 80 jaar bevrijding. 
Tijdens deze avond deelt Jan zijn soms hartverscheurende en angstige ervaringen.

Door de oorlog werden veel kinderen gedwongen om volwassen beslissingen te nemen en/of te handelen in omstandigheden die buiten hun controle lagen. 
Ze waren, net als de kinderen van vandaag, in de bloei van hun leven, maar moesten zich aanpassen aan de oorlog.
Vaak gepaard gaande met extreme stress en gevaar. 
Velen van de nog levende kinderen van toen kampen als volwassene nog steeds met de gevolgen van hun traumatische ervaringen.

Het is belangrijk om hun verhalen door te geven.
Voor al die kinderen van toen.
Zodat we hen niet vergeten.

Voor de 47 miljoen kinderen van nu.
Die nu op de vlucht zijn voor oorlog, geweld en incidenten en die hopen op een betere toekomst.
En voor de kinderen van nu die in vrijheid leven.
Die oorlog kennen uit overlevering. 
Van opa’s en oma’s. 
Van de geschiedenislessen op school. 
Die het nieuws over oorlogen op tv en social media zien.
En die net als wij allemaal hopen dat hier nooit meer oorlog komt.

Kinderen verdienen een wereld waarin ze vrij kunnen dromen, kunnen leren en opgroeien zonder de dreiging van oorlog, geweld en haat. 
Een betere wereld begint écht bij onszelf.
Ondanks alle dreiging en verschrikkingen die op dit moment op allerlei plekken in de wereld plaatsvinden, waarop we als individu geen invloed hebben.
We hebben wel invloed op onze eigen omgeving en op de manier waarop wij willen samenleven.
Als wij willen dat de kinderen van nu een toekomst hebben, dan is het belangrijk dat wij blijven doorgeven. 
Doorgeven dat wij conflicten oplossen zonder geweld, zonder haat en zonder oorlog.
Doorgeven dat het belangrijk is dat we omzien naar elkaar en dat iedereen telt.

Laten we daarom niet alleen op een dag als vandaag, maar iedere dag in verbinding blijven met elkaar, met het verleden, met het heden en met de toekomst. 

Voor alle kinderen van toen
Voor alle kinderen van nu 
En voor alle kinderen van straks.

Dank u.

Voordracht Jesse Engelhart

Voordracht Dodenherdenking 2025, Jesse Engelhart

4 mei 2025 
NB: de letterlijk uitgesproken tekst is leidend

Wat weet ik nu over oorlog?

Wat weet ik nu over dood?

23 jaar geleden bracht mijn moeder me op aarde. 

Wat weet ik nu over rouw?

Hoe kan ik daar over schrijven?

Schrijf dat, dacht ik. Schrijf dat je het weet, maar niet voor kunt stellen.

Dat je gemist hebt wat zoveel mensen delen. En dus ik schrijf. En ik weet niet. Ik weet niet, maar ik voel. Ik voel het verdriet van mijn oma. Haar nooit gehuilde tranen die s ’avonds over mijn wangen stromen. Haar nooit geuite boosheid dat bij mij vol verbazing door krassen op een vel papier een onbetaalbaar kunstwerk wordt. Onbetaalbaar is de taal van emoties en emoties zijn kunst. Mijn oma maakte ook kunst. Kunst over bloemen en kunst over vlinders. En in de bloemen en in de vlinders zat de emotie en de taal waarmee ze niet spreken mocht. Want ze mocht niet spreken. En ze sprak niet. En mijn moeder sprak niet en ik sprak niet. Nu spreek ik. Nu spreek ik voor mijn moeder en mijn oma en voor alle stemmen die niet mochten spreken, want ik mag spreken. 

Ik ken een jongen uit de oorlog. “hoe gaat het”, vraagt hij en “hoe gaat het” vraag ik. Hij antwoordt in zijn taal. En ik in die van mij. Hij antwoordt in zijn wereld. Die ik niet zal begrijpen. Alleen in mijn hart versta ik wat hij vertelt. Ik zal niet begrijpen, maar wel luisteren. Ik zal niet begrijpen, maar wel weten. Ik zal niet begrijpen, maar we vragen. “hoe gaat het”. De vraag die de meeste mensen vergeten te stellen in de haast van de wereld, in de haast van het werk, in de haast van de angst. De angst om te openen. Maar hoe open je anders. We zitten en we vragen. We stoppen te rennen en herinneren dat wat echt belangrijk is: broederschap. En alleen de vraag is al genoeg. 

Kan ik in dankbaarheid aan al deze mensen denken. Wetende dat ik niet de pijn zal voelen die zij misschien gevoeld hebben. Kan ik in liefde hen vergeven voor het best dat ze hebben gedaan en niet anders konden? Kan ik de pijn loslaten, vrijgeven, om tegelijkertijd de herinneringen te blijven koesteren. En kan ik dan mezelf gunnen om gelukkig te zijn?

Hier