De Bestrijding
Onze aanpak bestaat uit 3 onderdelen:
1. Ecologische (natuurlijke) bestrijding (preventief, om rupsen te voorkomen)
We proberen overlast te voorkomen door het ophangen van mezenkastjes en het inzaaien van bloemrijke bermen die aantrekkelijk zijn voor de natuurlijke vijanden van de rups. Kool- en pimpelmezen, sluipwespen en gaasvliegen die we daarmee lokken, eten de rupsen op. In het voorjaar van 2021 zijn samen met IVN weer honderden mezenkastjes extra opgehangen. Daarnaast maaien we de bermen minder vaak waardoor we bloemrijke bermen behouden. De komende jaren gaan we deze ecologische methode verder ontwikkelen. Vorig jaar (2021) zijn alvast 7 bloemvakken op proef ingezaaid om hiermee meer ervaring op te doen.
2. Wegzuigen van nesten (vanaf half mei)
Op plekken waar de rupsnesten overlast geven, zuigen we de nesten weg. Dat doen we in principe in de bebouwde kom op alle gemeentelijke bomen, met uitzondering van de bomen in de bossen. Als het aantal nesten enorm toeneemt, moeten we mogelijk besluiten om hierin keuzes te maken. Het specialistisch afzuigen met een hoogwerker is namelijk een hele dure kostenpost en de gemeentelijke middelen zijn beperkt.
Geen inzet van bestrijdingsmiddelen (XenTari) meer
Voorafgaande jaren benevelden we in de preventiefase in april enkele honderden bomen op zogenoemde ‘hotspots’ met het biologisch bestrijdingsmiddel XenTari. Op advies van het Kenniscentrum Eikenprocessierupsen is besloten met dit onderdeel van de bestrijding in 2022 te stoppen. Veel gemeenten gebruiken dit middel bij het bestrijden van de Eikenprocessierups niet meer, zo ook in Son en Breugel.